Antoniuskerk Oldenzaal
Antonius van Padua
home nieuws vieringen geschiedenis rondleiding Contact



Mgr van de Wetering
Bouwpastoor Tolboom
Architect K.L. Croonen



Plattegrond Antoniuskerk







Kunstschilder van Geffen

Het kerkgebouw, een kruisbasiliek.

Omstreeks 1900 was de eeuwenoude en centraal liggende St. Plechelmuskerk veel te klein geworden voor het groeiende stadje. De aartsbisschop van Utrecht, Mgr. H. van de Wetering, had er al bij het kerkbestuur en de toenmalige deken G.J. Thijert, tevens pastoor van de Plechelmusparochie, op aangedrongen, dat de oprichting van een tweede parochie - en dus de bouw van een nieuwe kerk - zou worden voorbereid. Veel vaart werd er kennelijk niet achter gezet, want pas in 1908 verwierf het kerkbestuur van de erven Nieuwenhuis de grond, 1ha. groot, voor een nieuw te bouwen kerk. Op 8 oktober 1909 kreeg de weleerwaarde heer J.H.M. Tolboom, rector van het Duitse klooster te Oldenzaal de officiële opdracht van Mgr. Van de Wetering om de oprichting van een tweede parochie te Oldenzaal voor te bereiden en even later werd hij ook benoemd tot bouwpastoor van de Antoniuskerk.

De aanbesteding van de kerk en pastorie vond plaats op 21 april 1911. De kerk is gebouwd als een driebeukige kruisbasiliek onder toezicht van bouwpastoor J.H.M. Tolboom en onder architectuur van K.L. Croonen, architect te Oldenzaal. Aannemer L. Foks uit Hengelo werd het werk gegund voor de somma van Fl. 74.975,00. "In die aanneemsom is niet begrepen het bedrag van 300.000 steenen, welke door den Weled. Heer A. Nieuwenhuis tegen verlaagden prijs geleverd zullen worden"
De eerste steenlegging vond plaats op 13 juni 1911 de feestdag van St. Antonius van Padua. Mgr. Van de Wetering heeft de kerk - onder grote publieke belangstelling - geconsacreerd (ingewijd) op 30 mei 1912 door de vijf in de altaarstenen en de twaalf in natuursteen gebeitelde en in de buitenmuren ingemetselde kruisen, symbool van de twaalf apostelen, met chrisma te zalven en te bewieroken.
Bouw Antoniuskerk
Een basiliek is oorspronkelijk een lange rechthoekige zaal met hoogopgaande wanden met lichtvensters bovenin, rustend op een rij pijlers. De zaal is gedekt met een zadeldak; aan weerzijden, evenwijdig aan de lengteas van de zaal en via de openingen tussen de kolommen daarmee verbonden, zijn smallere en lagere ruimten aangebouwd, gedekt met een lessenaardak, de 'zijbeuken'. Bij de Romeinen was deze bouwtrant populair voor openbare en regeringsgebouwen. Deze basiliekbouw werd later voorzien van een dwarsschip, het 'transept', waardoor een kruisvorm ontstaat, typerend voor de kerkenbouw in West-Europa. Op de kerkplattegrond (zie rondleiding) herkent men dat patroon.

We zien een Latijns kruis: de staander (absis-koortravee-viering en vier schiptraveeën) is langer de dwarsbalk (het transept). In de bovenoksels van de kruisvorm bevinden zich aan weerzijden twee kapellen, waaraan ter linkerzijde nog een sacristie is toegevoegd. Aan de onderzijde (de oostzijde) liggen in het verlengde van de zijbeuken achthoekige aanbouwsels, links de klokkentoren, rechts de gedachteniskapel. In de eerste oostelijke schiptravee, waarin zich de beide hoofdtoegangen ook bevinden, is de zangzolder gebouwd; zij heeft geen vensters behalve het vijflichtvenster in de oostwand, de voorgevel van de kerk. Het schip is met de zijbeuken verbonden in het 'alternerend of samengesteld gebonden stelsel', te herkennen aan de regelmatige afwisseling van zware en lichtere kolommen, met elkaar verbonden door scheibogen. Behalve de grote drie- en vijflichtsboogvensters in schip en transeptarmen zorgen ook het elegante metselwerk, ritmisch uitgevoerd in overwegend lichte steentinten, de helder gesausde muurvlakken en gewelven, de rijkdom aan muurschilderingen en fresco's in bijna diafane pasteltinten en de speelse belijning voor een aangename elegantie van het interieur.

In de decoraties, meest schenkingen van parochianen, is er naar gestreefd het verband tussen het Oude en het Nieuwe Testament te laten zien. De prachtige muurschilderingen en fresco's zijn van de hand van de Nijmeegse kunstschilder G. van Geffen. De gebrandschilderde ramen, naar ontwerp van de kunstschilder, komen uit het atelier van F. Löhrer te Utrecht. Het beeldhouwwerk, de beelden en reliëfs, van dezelfde ontwerper (van Geffen) zijn vervaardigd in de ateliers van H. Maas te Haarlem.

Het kunstsmeedwerk van de hekken van de gedachteniskapel en van de grote met rozen opgesmukte kaarsenstandaards is van de hand van de Oldenzaler F. van Harten. Het tabernakel op het hoogaltaar en het doopvont komen uit het atelier van L. en J. Brom te Utrecht. De grote kroonluchter boven het liturgisch centrum werd geschonken door een milde parochiaan bij het 80-jarig bestaan van de parochie en is vervaardigd door de firma AGI te Almelo.

GEMEENTELIJK EN RIJKSMONUMENT

Mede door haar kunstzinnig interieur en doordat de gemeente Oldenzaal haar beeldbepalend achtte in haar omgeving, is de St. Antoniuskerk in 1997 op de lijst van te beschermen gemeentelijke monumenten geplaatst. In 1999 kreeg de kerk de status van Rijksmonument.